20.04.16 22 maart, een gitzwarte dinsdag
22 maart 2016, een scharnierdatum.
Op 22 maart werd ons land getroffen door een brutale golf van blind geweld. Een gecoördineerde aanslag op meerdere plaatsen heeft ons allemaal diep geraakt.
Je hoefde niet lijfelijk in Zaventem of de Wetstraat te zijn om de schok te voelen.
De aanslagen waren gericht tegen het hart van Europa.
Brussel werd compleet lamgelegd door de aanslagen.
Het terrorisme is de voorbije jaren almaar dichterbij gekropen, zeker na 11 september 2001.
De bloedige aanslagen tegen treinen en bussen in Madrid (2004) en Londen (2005) brachten het spook van de terreur dichterbij en vorig jaar lag Parijs drie keer in de vuurlijn van fanatieke zelfmoordterroristen.
Voor het eerst is België getroffen door een meervoudige aanslag. Brussel staat voortaan in de sinistere rij waar ook New York, Madrid, Londen en Parijs deel van uitmaken.
Voor het eerst werd een zelfmoordaanslag gepleegd op onze bodem.
Een akelige primeur met verstrekkende gevolgen.
Met deze eerste grootschalige internationale terreuraanslagen op Belgische bodem is dit land in een nieuwe realiteit binnengetreden.
Defensie levert een belangrijke bijdrage aan de nationale veiligheid.
In dergelijke dramatische omstandigheden is het vanzelfsprekend dat Defensie in de hoogste staat van paraatheid wordt gebracht en bijspringt waar het mogelijk is.
Wie zich tot nu toe afvroeg of de Belgische samenleving nood heeft aan een Defensieapparaat, het antwoord is overduidelijk na 22 maart 2016.
Defensie is een onderdeel van de instrumenten die de regering kan gebruiken om onze veiligheid en ons welzijn te verzekeren.
Defensie is geen luxe maar een noodzaak om onze vrijheden te vrijwaren.
De verdediging van het Belgische grondgebied is een kernopdracht
De eerste kernopdracht van de Belgische Defensie is de collectieve Defensie of met andere woorden: bijdragen aan de veiligheid van het eigen grondgebied en dat van onze bondgenoten.
Veiligheid is zoals eten en drinken. Een ‘conditio sine qua non’ om te kunnen functioneren, om te kunnen leven zoals wij dat vandaag de dag doen.
Veiligheid is een basisbehoefte.
Defensie zorgt voor de bescherming van landgenoten in het binnen- en buitenland en draagt zeer concreet bij tot onze nationale veiligheid via onder meer de bescherming van het luchtruim, opruiming en vernietiging van ontploffingstuigen op het land, de veiligheid van de wateren onder Belgische verantwoordelijkheid, steun aan de ‘geïntegreerde politie’, medische steun en crisis- en rampenbeheersing.
Defensie is het laatste hulpmiddel.
Defensie heeft eens te meer getoond dat het in zeer korte termijnen kan antwoorden op reële noden van de bevolking.
Ondanks de triestheid die deze aanslagen veroorzaken, is er voornamelijk een groot gevoel van dankbaarheid voor het professionalisme en de inzet.
Het merendeel van de slachtoffers heeft lof voor het onthaal en de snelheid waarmee de hulp werd georganiseerd.
Activering van de noodplannen.
Door de activering van de noodplannen voor het Militair Ziekenhuis werd aan de ongewoon grote toestroom van gekwetsten het hoofd geboden. Bijna 100 slachtoffers werden in het Militair Hospitaal binnengebracht. Militaire ambulances aangevuld met helikopters, zowel Sea Kings als NH-90's, hebben slachtoffers van de aanslagen overgebracht naar ziekenhuizen.
Een team van het Militair Hospitaal in Neder-over-Heembeek was een van de eersten op de luchthaven.
Na een overzicht van de toestand van de slachtoffers, werd overgegaan op de organisatie van het transport van de slachtoffers vanuit de luchthaven naar de omliggende ziekenhuizen.
De zwaargewonden werden naar de dichtstbijzijnde ziekenhuizen gestuurd om het traject zo kort mogelijk te houden.
De trauma’s vertoonden veel gelijkenissen met oorlogswonden.
Het Militair Hospitaal zelf fungeerde als medische bufferzone. Hiervoor is het hospitaal speciaal uitgerust.
In de brede inkomhal werden tientallen bedden geplaatst en zuurstoftoevoer werd voorzien via het plafond. De bedoeling hiervan is om op zeer korte tijd een groot aantal patiënten op te vangen en de nodige zorgen toedienen in afwachting van transport naar een ander ziekenhuis of naar huis.
Meer dan 100 agenten van de Civiele Bescherming, het slachtofferidentificatieteam (DVI - Disaster Victim Identification) spoorden slachtoffers op en evacueerden ze naar ziekenhuizen.
Ook de veiligheid werd niet uit het oog verloren.
De Dienst voor Opruiming en Vernietiging van Ontploffingstuigen (DOVO) en de hondenbrigade zijn reeds vele jaren een bekende in onze straten als het aankomt op interne veiligheid.
Na de aanslagen moesten ze zowel de ontplofte tuigen onderzoeken als andere verdachte pakketten neutraliseren om eventueel nieuwe ontploffingen te voorkomen.
Om de federale politie te steunen waren extra manschappen van Defensie een paar uur na de aanslag al aanwezig op de luchthaven Brussels Airport en in het centrum van Brussel.
Naast het bewaken van gebouwen en de omgeving werden graafmachines ingezet bij de opruimwerkzaamheden in de vertrekhal.
Desondanks onze mensen getraind zijn om gevoelige punten te beschermen (bijvoorbeeld in Afghanistan en Mali), is er een groot verschil in voorbereidingstijd voor onze militairen.
De militairen opereren ook in een ongebruikelijke omgeving - het Belgische grondgebied - en onder het bevel van de politie.
De hulpdiensten en medische teams hebben samen met Defensie, slachtofferhulp en politiediensten van bij het begin al het mogelijke gedaan om de slachtoffers en hun families de beste zorgen te bieden.
Terreur is niet enkel geweld, maar is er vooral op gericht om angst te zaaien. Het gaat om een oorlog tegen onze open manier van leven
Onze aanwezigheid in de straten van onze steden is reeds langer aan de gang, maar heeft de aanslagen jammer genoeg niet kunnen voorkomen.
Wie de jaren 80 bewust heeft meegemaakt, herinnert zich de aanwezigheid van militairen in de Brusselse straten, in de periode dat de kleine communistische terreurgroep CCC (Cellules Communistes Combattantes) hier aanslagen pleegde.
Sommige van onze collega’s waren ook nu fysiek aanwezig op de getroffen sites tijdens de ontploffingen en konden onmiddellijk tussenkomen. De anderen bleven trouw op post en hielpen waar mogelijk, zorgden voor de veiligheid en stelden de mensen gerust.
Versterkingen en uitrustingen werden vanuit het hele land aangevoerd.
Natuurlijk zijn er talrijke collega’s ook achter de schermen actief geweest. Ze hebben een essentiële bijdrage geleverd aan de coördinatie en het welslagen van de operaties.
Werkdruk zeer hoog
Toen het OCAD na de aanslagen van 22 maart 2016 het dreigingsniveau voor het hele land optrok naar niveau 4 werd het aantal militairen dat reeds ingezet werd op enkele uren tijd opgetrokken van 740 tot een duizendtal.
Er werd ook een strategische reserve van enkele honderden militairen klaar gehouden om indien nodig onmiddellijk in te kunnen zetten.
De gevraagde steun zal vermoedelijk nog enige tijd duren.
Ook hier zullen we ons flexibel moeten opstellen.
In januari 2015 nam de regering de tijdelijke maatregel om in steun van de politie militairen terreurgevoelige plekken in België te laten bewaken. Na de aanslagen van 22 maart lijkt die tijdelijkheid ver weg.
Sinds de verhoging van het algemeen dreigingsniveau naar niveau 4 mogen de militairen die ingezet worden voor bewakingsopdrachten, patrouilleren en bagage en rugzakken controleren. Ook nu het dreigingsniveau opnieuw verlaagd werd, mogen ze dat blijven doen evenwel zonder politionele macht.
Zo staan zij onder het direct commando van de politie en is er een fysieke aanwezigheid van de politie in de nabije omgeving van elke militair vereist.
Wat politie en Defensie verbindt, is dat ze beiden als overheidsorgaan zorgen voor onze veiligheid.
Koning en koningin bezoeken rampplekken
Koning Filip en koningin Mathilde bezochten de rampplaatsen: de luchthaven van Zaventem en metrostation Maalbeek in de Europese wijk.
Naast de Minister van Defensie brachten ze een bezoek aan het Erasmusziekenhuis in Anderlecht en het Militair Hospitaal in Neder-over-Heembeek, om slachtoffers en hulpverleners te informeren.
Koning Filip informeerde over hoe de reddingsoperaties zijn verlopen, Koningin Mathilde was vooral geïnteresseerd in de psychologische weerslag op de slachtoffers.
Minuut stilte.
Op woensdag 23 maart om 12 uur werd solidair het werk gestaakt en een minuut stilte gehouden om de slachtoffers te herdenken.
Ook in het buitenland betuigden militairen hun steun.
Bijvoorbeeld in het kamp van Koulikouro in Mali kwamen Belgische en andere Europese troepen samen voor een minuut stilte.
De prijs van veiligheid
Volgens VSOA Defensie heeft veiligheid geen prijs.
De urgentie om onze Defensie op te waarderen is enorm. Iemand die daar nu nog niet van overtuigd is, leeft in een andere wereld.
De minister en de regering dienen de juiste keuzes te maken om in de toekomst deze hulpverlening en bewakingsopdrachten te kunnen blijven garanderen, structurele oplossingen en budget zijn hierbij de sleutelwoorden want stabiliteit en veiligheid zijn niet vanzelfsprekend.
De kunde die de Belgische Defensie heeft uitgebouwd in al deze aspecten, zowel nationaal als internationaal, dragen bij tot het imago van ons land.
VSOA Defensie looft en bedankt alle hulpverleners en veiligheidsdiensten die in deze omstandigheden bijdragen tot het beheersen van de crisis voor hun inzet, flexibiliteit en professionaliteit.
Het bewijs dat de militairen dag in, dag uit hun belangrijke rol met veel toewijding opnemen en hun steentje bijdragen om mee in te staan voor de veiligheid van de bevolking is volgens ons duidelijk bewezen